Net als vorig jaar, verwacht Spanje ook dit jaar weer veel toeristen uit Europa. Onder wie steeds meer Nederlanders. In 2016 kwam het aantal Nederlandse vakantiegangers in Spanje voor het eerst boven de 1 miljoen uit. De verwachting is dat dit aantal dit jaar nog verder stijgt.

Met deze mooie cijfers is Spanje dé vakantiebestemming na het altijd populaire Duitsland (voor korte tripjes) en Frankrijk. De reden voor het toenemende aantal toeristen is echter minder prettig. Het schuilt ‘m er vooral in dat mensen massaal op zoek zijn naar veilige bestemmingen. In 2016 vonden er aanslagen in Frankrijk, Duitsland en België plaats. Maar zeker Turkije kreeg het zwaar te verduren. Dat land was de laatste jaren een geduchte concurrent voor de Spaanse stranden.

Uit onderzoek van NBTC-NIPO Research, in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken blijkt dat de dreiging van terreur voor 45 procent van de Nederlanders belangrijk is bij de keuze voor een vakantiebestemming.

Toerisme Spanje groeit flink

Uit het onderzoek blijkt ook dat het aantal buitenlandse vakanties het afgelopen jaar licht daalde (-1%). In totaal werden er zo’n 18,0 miljoen vakanties naar het buitenland ondernomen. Net als vorig jaar voert Duitsland de top tien van buitenlandse vakantiebestemmingen aan. Circa 3,5 miljoen vakanties werden bij onze oosterburen doorgebracht, wat een groei betekent van ruim 4%. Frankrijk, dat op de tweede plaats staat, zag het aantal vakanties dalen met 3%. Voor de nummer drie – Spanje – groeide het aantal vakanties wederom flink (+11%). Spanje profiteerde daarmee van dalingen in landen waar het onrustig is.

Vakantie in 2017

Volgens reistrendwatcher Tessa aan de Stegge wordt ’People, Planet, Profit’ vervangen door ‘People, Planet, Purpose’. De purpose wordt ook op reis gezocht en de zoektocht naar een persoonlijke, duurzame en bijzondere reisbeleving krijgt een nieuwe invulling. Alleen maar bruin bakken op het strand en lekker eten is er voor veel toeristen dus niet meer bij.

Met de auto of het vliegtuig?

Het blijft vooral een persoonlijke keuze of je gaat vliegen of rijden. Het hangt er ook vanaf of je gaat kamperen of dat je een accommodatie ter plekke hebt geboekt. De tijd die je erover doet en de kosten die je moet maken, kun je laten meewegen in je beslissing. Als je naar bijvoorbeeld Sevilla wilt, dan rij je daar zonder tegenslagen zeker een uur of 22 over. Je moet dus minimaal één keer overnachten tegen een tarief van minimaal zo’n 100 euro voor een hotelkamer. Daarnaast betaal je natuurlijk brandstofkosten over zo’n 2.200 kilometer. Reken maar uit wat vier keer je tank volgooien kost. Ook betaal je tolkosten die minimaal op zo’n 100 euro komen. En nog meer als je met een camper of caravan rijdt.

Met het vliegtuig ben je in 2 uur en 55 minuten vanaf Schiphol op de luchthaven van Sevilla. Een vlucht (enkele reis) boek je bij een low-kostmaatschappij als Transavia al vanaf € 49. Je kunt wel nagaan dat vliegen in veel gevallen voordeliger zal zijn dan zelf rijden.

Bronnen: NBTC-NIPO, ANWB